Laptopica
Click op de foto voor het wankelwagentje ten behoeve van de pakketdienst
Zoals altijd was de laatste receptie bij een reclamebureau heel erg gezellig, leerzaam en interessant. Met al je kornuiten uit het vak bijpraten gaat altijd met veel plezier gepaard. Dit keer was de receptie wel heel erg geslaagd. Vooral door aanwezigheid van oude rotten in het vak Nico Erpee en Frans Abel, directeur van een sensationeel groeiend bedrijf in pakketpostbezorging.
Na door Nico hartelijk te zijn begroet, moest hij toch direct verhalen hoe het tegenwoordig bij zijn organisatie gaat, die nog maar kortgeleden door een fusie is groter gegroeid. “Weet je, ik ben best goed thuis in computergebruik, maar binnen onze nieuwe organisatie wordt het wel heel erg doorgevoerd. Aan m’n kalfsleren agenda, die ik na vijfentwintig jaar trouwe dienst van mijn collega’s kreeg, heb ik niets meer. M’n afspraken moet ik nu in Outlook zetten, een agenda die ik pas kan openslaan, als ik m’n Laptop van negen mille heb opgestart. Negen mille…ja écht.” Hij trok hierbij een gezicht, alsof hij hiervoor zelf een maandsalaris moest inleveren.
“Maar ja Nico, je kunt met jouw laptop toch ook corresponderen, rapporten schrijven, presentaties houden, e-mailen en noem maar op….”, diende ik hem als verkoper-van-deze-tijd van repliek. “Ach ja, dat weet ik wel, maar moet dat nou zo nodig? Alles wat mij tot voor kort werd gezegd, wordt me nu ge-e-maild. Rot nou toch op e-mail-e-mail, alsof alles tegenwoordig alléén maar via de nulletje en eentjes kan. Heel wat van mijn klanten kunnen e-mail nog niet van zetmeel onderscheiden. En daar moet ik een digitale presentatie houden???”.
Zijn verontwaardiging groeide, naar mate hij verder in zijn verhaal kwam. “Ja Nico, dat is nu eenmaal de eis des tijds.” M’n reactie ontging hem volledig. “Als ik bij ons de afdeling oploop, waar we nota bene door sexwerken niet eens een eigen werkplek hebben.” “Flexwerken,” onderbrak ik hem terwijl hij even naar adem hapte. “…dan herken ik mijn eigen werk niet meer”, ging Nico onverstoord voort. “Het is een Laptopica, waar ze met z’n allen op een beeldschermpje zitten te turen, op het toetsenbordje rammelen, zonder dat er ogenschijnlijk nog enig contact met meneer de klant is. Wij hadden toch veel meer contact met onze klanten; bij ons ging toch regelmatig de telefoon en anders zaten we toch zelf met de klanten aan de telefoon……”
“Sorry Nico, ik moet even een plasje plegen”, onderbrak ik zijn relaas over die goeie oude tijd. Even daarna maakte ik kennis met ene Frans Abel, directeur van GoudVanOud/Pakketdienst, die mij heel snel wist te boeien met z’n verhaal over zijn bedrijf, dat hij nog maar een jaar geleden was gestart. “Steeds meer las en hoorde ik over slechte en te late bezorging van de pakketpost van PTT-Post. Een probleem dat, door te hoge kosten, ook niet door de koeriersdiensten kon worden opgelost. Zelfs niet door die van de studenten. Daarin zag ik een gat in de markt, alléén wist ik er niet direct een oplossing voor. Eigenlijk, door mijn vitale schoonvader, kwam ik op het idee dat de uitgerangeerde bejaarden best bezorgers van pakketten kunnen zijn. Pa was ook direct heel enthousiast.
Uitgangspunt werd, dat de AOW-pakketpostdienst bezorgt binnen drie dagen. Als distributienetwerk contracteerde ik de supermarkten, banken, postkantoren en bejaardencentra. Daar kan pakketpost worden aangeleverd, wat door de bejaarden onthaastig goed, wordt bezorgd. Toen stuitte ik op het probleem dat de bejaarden wel van goeden wille zijn, maar nog wel eens een goed loopvermogen missen en dit moeten corrigeren met een wandelstok. Een vriend van mij, framebouwer van beroep, had daar weer een oplossing voor. Hij fabriceerde een “mobiele wandelstok”, waarmee ook pakketpost kan worden vervoerd. De rollator, een bestelloper voor een grijs kenteken. De wandelstokken gingen de paraplubak in. De loopmobiel werd als blauw wankelwagentje door de bejaarden in gebruik genomen, op pakketpost op te halen en te bezorgen…”.
En inderdaad, de rollator, voor pakketjes zonder haast, zijn niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Grappig, waar Frans lijkt af te haken bij de modernisering van de maatschappij, weten de bejaarden door Nico opnieuw aansluiting te vinden.
*N.B.: Het tweede deel van dit verhaal is deels overgenomen
uit “Het nieuwe fenomeen in de vervoerssector”
0200