Kein Überkatze
Click op de foto voor een mooie pose van Minni
Nooit waren wij er op uit om een raskatje te bezitten, laat staan dat we daar honderden guldens voor over hadden. Elk diertje was ons gewoon even lief. Toen onze eerste kater overleed, werd ons echter uit vriendenkring een schitterend mooie Turkse Angora aangeboden, die op dat tijdstip net was geboren.
Ze was niet 100% een raskatje. Haar ouders wel. Dat komt omdat haar ma en pa niet geheel van hetzelfde ras waren. Wel absolute winnaars in eigen categorie. Maar die twee rassen mogen niet met elkaar worden vermengd. Jemig, als je daar dieper over nadenkt, word je er toch onpasselijk van, “Minni, die Überkatze”.
Maar goed, Minni’s pa was te logeren bij ma en ze mochten absoluut niet bij elkaar komen. Eén moment van onbedachtzaamheid, de deuren op een kier, was genoeg om ons het mooiste, liefste poesje van de wereld te schenken. Minni, spierwit met goudkleurige ogen.
Werden de raskatten fokkers gelogenstraft, of richtte de raskater met het illegaal dekken van de raspoes zoveel schade aan de genen, dat het kenmerk van minder speels zijn en niet zo oud worden bij Minni volledig te niet was gedaan?!?! Oké ons latere poesje Jakoppie wist haar uiteindelijk te overtroeven, maar tot dan hadden we nog nooit zo’n wildebras meegemaakt. Eén van haar allerleukste spelletjes vond zij het wild roetsjen door onze kamerplantenbakken. Wat wij één keertje leuk vonden, om daarna het toch voor de levensvatbaarheid van onze planten op te nemen.
Destijds werd ons, ongetwijfeld door een Martin Gaustype in de Libelle, geadviseerd om ongewild gedrag van onze katten te corrigeren met een plantenspuit. Een prima suggestie, voor één keertje. Die ene keer leek Minni te hebben begrepen, dat haar plantengeroetsj door ons niet op prijs werd gesteld. Toen zij haar favoriete spelletje toch weer oppakte, aanvaarde zij gelaten de corrigerende nevel uit de plantenspuit. Al snel ging zij daarvoor met een verongelijkt bekkie voor ons zitten, met oogjes dichtgeknepen, alsof zij wilde zeggen: “Waarom doen jullie nou toch zo vervelend met die plantenspuit?!”
De Libelle ten spijt, gingen we overstag en werd de spuit alleen nog op planten ingezet. Alsof Minni in de poezenlectuur evenzogoed een educatief artikel had gelezen, “hoe omgaan met homo sapiens,” begon zij steeds meer met ons te miauw-praten, waarmee ze haar wil ons behoorlijk wist op te leggen. Natuurlijk ook doordat haar gewauwel erg vertederend over kwam.
Toen Minni inmiddels 10 jaar oud was, verhuisden wij met ons oud diertje naar Alkmaar, waar wij hoopten nog een paar jaartjes plezier van haar te hebben. Nou, dat hadden we. Allereerst door het nieuwe fenomeen, de tuin. Voor haar viel hier heel veel leuke dingen te ontdekken, die zij op haar 3bij2-balconnetje nooit eerder had meegemaakt. Ook vond zij het schitterend om vooraan in het huis een sprintje te trekken, om 25 meter verder bij een boom te finishen.
Minni genoot met volle teugen van haar nieuwe onderkomen. Waren eenmaal de tuinstoelen neergezet, maakte zij als try-out eerst een stoelendans, om uiteindelijk de meest aantrekkelijke positie in te nemen. Grappig was het ook dat wij Minni toen voor het eerst hebben zien blazen. Iets wat dichter bij de natuur kennelijk een vorm van overleven is. Ons poezenvrouwtje had de zin en onzin van blazen zelf ook nog niet helemaal onder de knie. De keer dat zij recht voor mij op tafel zat en iets deed wat ik niet leuk vond, blies ik als een kat tegen haar. Heel verontwaardigd keek zij mij aan en diende mij met een blaasje van repliek.
Minni heeft Jakoppie zien komen, wat een echt vriendinnetje van haar werd en tolereerde later schoonkater Moppie, als hij maar op afstand bleef. Uiteindelijk kwam zij, op haar heel oude dag, niet meer van de slaapkamer af, waar zij eten en drinken kreeg en ook op de bak kon gaan. Rond etenstijd miwauwauwaude ze galmend door het huis, dat er uitgeserveerd kon worden. De laatste periode van haar leven moesten haar oogjes twee keer per dag worden ingedruppeld, waardoor onze vakantie niet door kon gaan. Tenminste, als we de dierenambulance niet om raad hadden gevraagd. Een week lang namen ze twee keer per dag onze taak kosteloos over.
Zo heeft ons kakmadammetje het nog lang volgehouden, totdat zij op een nacht van bed af viel en daarbij haar heupje brak. Nadat zij ‘s-ochtends nog liggend heeft gegeten, moesten we haar haar in eigen omgeving node laten inslapen.
Op één maand na, toch mooi 22 jaar oud geworden.
1099