Hondje van Pavlov
Voor de grap noemde ik mijn buurjongetje wijsneus, waarop hij steeds reageerde met het wijzen naar zijn neus. Ik sloeg daar geen acht op, terwijl het toch een pracht voorbeeld was van de beroemde theorie van het hondje van Pavlov.
Maar dan toch, na weer eens “wijsneus” te hebben gezegd, viel mij pas zijn reactie op. Kon ook niet anders, want met dit wijzen hoorde ik het mannetje ook duidelijk zeggen: “Hier…” Na nog eens, als een soort dubbel check, “wijsneus” te hebben herhaald, ging weer zijn vinger naar zijn neus: “hier!”
Geinig, het ventje van vijf jaar kende natuurlijk de uitdrukking nog niet, maar zag het als een opdracht, “om even naar zijn neus te wijzen.” De lol die wij grote mensen hierover hadden, begreep hij natuurlijk niets van, maar deed hem wel zichtbaar plezier. Alsof ik het baasje Pavlov ben, komt deze anekdote steeds in mij op, op moment dat er van wijsneus sprake is.
Een andere reactie van hem, toen hij slechts enkele maanden was, komt ook in de buurt van Pavlov. Onze slaapkamer was direct boven de babykamer waar hij sliep. Dit verhaal stamt nog uit de tijd dat ik nog stevig rookte en ’s nachts lag te hoesten. Het mannetje een etage lager begon dan mee te kuchen. Ik stopte met roken, het mannetje stopte met kuchen.
1010