De schreeuw van een kleine leeuw
Met een click op de foto verschijnt de ‘verdrietige Lotta’.
Mijn Lotta is vandaag 15 jaar geworden. Is destijds in haar paspoort getypeerd als “Europees, kort haar, zwart met ietsje wit.” In haar tehuis, Stichting Zwerfdier waar zij met kaartnummer 357P bekend was onder de naam Charlotta, kon ze niet gedetailleerder worden omschreven. Ze was namelijk heel erg mensenschuw en trok voornamelijk op veilige afstand met een wilde kat op, die haar kennelijk de nodige bescherming gaf. Het heeft twee dagen geduurd om haar met eten in een poezenmand te lokken, waarin wij haar januari 2003 mee naar huis konden nemen.
Vanaf het eerste moment wist mijn vrouw de taak van de wilde kat over te nemen en was er direct een vertrouwensband. Absoluut niet met mij. Alsof het poesje vanaf het eerste moment had besloten, om mij hooguit te gedogen. Zo is dat jaren gebleven en ik had er vrede mee. Uiteindelijk had het diertje het prima naar haar zin en ik kreeg alle vriendschap van onze kater Morro, bij hetzelfde tehuis bekend als Zorro met kaartnummer 1013K. Door onze twee diertjes bestond ons kroondomein uit twee kampen, waar de sfeer overigens nooit onder heeft geleden.
Toen Truus september 2011 overleed, trok Lotta zich terug en sliep vaak in de bekakte kattenbak, waarmee zij haar eigen Occupy-beweging in gang had gezet. Dat heeft tijden geduurd. Kennelijk dacht ze met fikse protesten haar vrouwtje terug te kunnen krijgen. Overal kakken, met voorkeur op het moeilijker schoon te maken kleed, janken en kotsen, niets was haar hiervoor te veel. Maar haar vriendinnetje kwam niet terug. Dan ’s nachts toch maar even op het warme bed kruipen, natuurlijk niet verder dan het voeteneind. Hoewel, ’s ochtends lekker uitgeslapen kwam zij toch, net buiten mijn reikwijdte, pootje stappen en zowaar was dan ook haar knor weer terug.
Op de dag bleef zij uit mijn buurt, had inmiddels wel in de gaten dat ik niet echt een kwaaie was en kwam rond etenstijd dicht bij me informeren. Op den duur liet zij¸ op het moment dat haar schoteltje eten werd neergezet, zelfs een lichte aai toe. In de kattenbak ging ze niet meer liggen. Het kreeg zijn oude functie weer terug. Lotta verhuisde naar de betere buurt in de patio, waar zij in het verleden ook regelmatig de kattenmand bewoonde.
De vrede werd getekend. Lotta’s besef “dat de goeie ouwe tijd nooit meer terugkomt”, groeide. Gelukkig kan het baasje nooit lang rustig stil zitten. Mede daardoor werd het lekker schoot zitten uit haar gewoonte geschrapt. Die ouwe had niet voor niets een eigen poef-stoel, zelfs in precies dezelfde kleur als de zijne, voor haar aangeschaft. Lotta ging vanaf dat moment, daar waar het baasje ging. Zit hij in de kamer, poeft zij mee. Is hij in zijn werkkamer, ligt ze naast z’n bureau in haar schutkleurenmandje.
Eind goed, al goed. Nou, dat dan weer niet. Lotta lijkt maar niet over haar verdriet of gevoel van eenzaamheid te kunnen komen. Te kort aan aandacht vreet aan haar. Mijn lieve poesje is bij tij en ontij, dag en nacht op de vreemdste momenten een brulaap geworden. Niet met licht gejammer, maar met levensgrote uithalen. Soms vrees ik over burengerucht te worden aangesproken. Af en toe is het bijna onhoudbaar.
Met niets, anders dan heel soms een eigen schreeuw, weet ik haar tot kalmte te manen. Gebeurd het ’s nachts, kom ik er wel eens mijn bed voor uit, dan zit zij te kijken of er niets aan de hand is. Haar ‘straffen’ heeft dan ook geen enkele zin. Rond de ochtend, nou ja meestal even na vijven, springt zij tegenwoordig op bed, om in mijn arm bijna face to face luid knorrend mijn opstaan af te wachten.
Lotta is dus een schatje met kaulere strèke geworden. (Sorry, op zulke momenten speelt mijn Haags weer op.) En vandaag is zij jarig.
Daarom zing ik van harte:
““ Lang zal ze leven, Lang zâh ze leive, Lang zal ze leven in de gloria…”
0515
*) Meer over haar eerste tijd en latere verdriet valt te lezen in:
https://kroondomein.com/schichtig-maar-wel-een-circuspoes/ en https://kroondomein.com/binnenshuis-het-huis-uit/