Beetje snoeiwerk
Het is al weer twintig maanden geleden dat de Ennetjes mij een advocaat op mijn dak stuurden. Inmiddels zijn zij aan hun derde advocaat bezig, die mij rauwelijkse (zo heet dat en betekent: zomaar zondermeer) een dagvaarding via een gerechtsdeurwaarder hebben gestuurd. Hieruit maakte ik op dat ik nu met een ‘straatvechter’ heb te maken, die niet voor ‘het recht’ maar voor eigen gewin gaat. Kennelijk zou het hem zomaar een rotzorg zijn of de Ennetjes een kans van slagen hebben. Het zal hem waarschijnlijk meer gaan om ‘uurtje/factuurtje’, voor pakweg € 250,00 per uur.
Ik moet dus extra op mijn tellen passen. Vandaar dat ik een select gezelschap mijn feitenrelaas heb gestuurd, wat mij spontaan adviezen van een jurist opleverde. Er is zelfs kans dat een advocaat mijn zaak tegen het licht gaat houden.
Nu al heeft een uitvoerig gesprek met de jurist mij veel inzicht gegeven, waardoor ik mijn keuze kon maken. Het afvoergezever van de Ennetjes, wat bijna 15 jaar geleden op mijn kosten naar tevredenheid is aangepast, kan ik naast mij neerleggen. Wel lekker, dat ik een detailfoto van hun afvoer vol bagger van 27 mei 2016 kon meesturen.
Om de boel niet op de spits te drijven, heb ik samen met een tuinman mijn bomen drastisch gesnoeid. Ook daar van konden ze niets meer zeggen…., dacht ik. Hun advocaat liet weten (bij een tikkende klok voor het uurtje/factuurtje) dat de Ennetjes te kennen hadden gegeven “dat er, weliswaar enig snoeiwerk is verricht, maar het nu nog niet zo is dat een situatie door uw cliënt (ik dus) is gecreëerd waarmee mijn cliënten de Ennetjes dus) kunnen leven.” Pfff, in mijn opvatting lijkt er heel iets anders met de Ennetjes aan de hand te zijn.
Enig snoeiwerk stop je namelijk niet in veertien vuilniszakken weg. Maar oké, ik wilde dan toch maar een kritisch oordeel, over wat eventueel nog aan de andere kant van de schutting overhangt. Maar ja, om dat zo minutieus te beoordelen, moet dit wel van bovenaf gebeuren. De Marine Den Helder hier naar toe te laten ‘helikopteren’ leek mij te kostbaar, daarom riep ik mijn Truus aan.
Helaas moest ik haar wel storen, tijdens haar vijfde ‘Hemelfeestje.’ Voor haar geen enkel probleem, mijn moeder zou haar wel eventjes helpen. Vanuit de Hemel zond zij haar laserstraal, terwijl ze mij ’s nachts nog eens in mijn oor fluisterde: “Het komt wel goed schatje.”