Kroondomein.com

Truus in haar eigen tuin

Click op de afbeelding  voor Truus in haar gelieve tuin

Je was wel heel erg voornaam wilde je, pakweg in de 16e en 17e eeuw, in de kerk worden begraven. In het daarop volgende tijdperk van vol is vol, was het nog even betekenisvol als je rondom die kerk je graf vond. Ook die plekken raakten, als een Bakkum-camping, overvol. Niet veel meer dan een gewone begraafplaats bleef er over. Mijn ouders liggen op Nieuw Eykenduynen in Den Haag. Maar dan wel heel sjiek in een familiegraf.

In het verleden kwamen we daar soms, momenten dat we daar echt onze rust vonden, maar echt trekken deed hun graf ons niet. Al vrij snel kwamen wij er niet meer. Overigens is er nog steeds één ruimte binnen het familiegraf beschikbaar. Begin van het jaar overleed op trieste wijze mijn broer Edward. Wederzijds was er, al sinds onze jeugd, weinig gevoel van broederliefde. Jammer dat het zo is gelopen. Deels door de verschillende karaktertrekjes, deels ook door het schoonheidsfoutje in onze opvoeding, waarin mijn vader zijn stempel hevig heeft gedrukt. Neemt niet weg dat mijn broer na zijn dood de derde plek in het familiegraf niet heeft opgeëist. Maar ook ik zal met de jaren niet tot dit graf toetreden. Zou ik het kunnen onderverhuren? Nee, toch maar niet.

Begraven vind ik niet meer van deze tijd. Want ook door crematie doe je de Bijbelspreuk “Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” geen enkel geweld aan. As is er stoffig genoeg voor. Mijn Truus is dus (september 2011) gecremeerd. Voor haar hoef ik niet naar een begraafplaats om haar te eren.

Toch was het even een issue waar ik haar stoffelijk overschot, een tering woord voor d’r as, moest laten. Uit laten strooien? Nou, waar dan?! Op het strand, waar zij graag was, of simpel op een speciaal veldje?! Nee, rot op. Truus moest ook stoffelijk veel dichter bij mij blijven.

Door aansporing van mijn zus viel het besluit. Truus zou een definitieve plek krijgen, daar waar zij zo graag was, in haar tuin op het zuiden. Maar hoe?  Nu was het de issue, waar en hoe ik haar stoffelijk overschot, een tering woord voor haar as, in de tuin moest laten. Verstrooien?!, ja dág! Mijn meissie gaat echt niet door de levensversnipperaar. Alles wat van haar is overgebleven zal bij elkaar blijven!

Googelend zocht ik naar de mogelijkheden. Hulde voor internet, want al gauw zag ik dat Truus ontzettend mooi verpakt kon worden. Zelfs in het beeldje waar zij zo van hield. Waar zij in haar tuin zo graag naar keek, de lachende monnik. Op zeker zou Truus daar in reïncarneren en dat geweldig in haar eigen tuin. Die gedachte werd helemaal een Grand Spectacle toen een vriendin van ons speciaal voor Truus dit beeld wilde maken.

Vandaag is Truus haar resten d’r Boeddha ingedaald en heeft zij een plekje in haar geliefde tuin terug verworven. Daar waar ze zo graag was, kijkend over haar tuin en kijkend over het water. Niks in een kouwe kerk, of saaie plek daar omheen. Niks in een familiegraf, of waar dan ook op een buitenbereik-kerkhof.  Nee, Truus haar stoffelijke is heel dicht tegen al mijn herinneringen aangekropen.  Ik koester haar nagedachtenis in het bijzijn van al wat van haar nog stoffelijk is. Mooier kan het echt niet zijn.

 

n.b. Op de domeinpagina staat IM,
waarachter de In Memoriam van mijn Truus

Een gedachte over “Truus in haar eigen tuin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Loading Facebook Comments ...
|
dis©laimer - Site by - Dutch Design Office