Russen dienen klacht tegen ons in
Hier wordt het recht op een toetje besproken, click hiervoor op de foto
Bij het station van Sint Petersburg werden wij rond 19:30 uur opgewacht door een goed Nederlands sprekende Rus. Zijn kwaliteit die slechts in openbare ruimten is waargenomen. Want in de bus deed hij namelijk geen bek open. Niets meer dan wat te pruttelen over het hotel, waar wij naar toe zouden worden gebracht. En over een, naar later bleek, beroemde brug met paarden, die wij overdag ook nog wel zullen zien.
Verder korte, onbenullige teksten waarover wij in de lach schoten. Een lach die overging tot een ontaard hevig, niet te stoppen proestbui. Gevoed door de lachspier-loze gids, die ook nog wist toe te voegen, dat er veel auto’s in Sint Petersburg rijden en dat dit nog veel meer auto’s zullen worden. Met deze non-informatie bleef hij, voor in de bus, met de microfoon in z’n handen zitten. Elke aanmoediging tot verstrekken van meer informatie, van onze geduldige reisleidster, bleef steken in: “Ja, da, da”, afgewisseld met opnieuw stilzwijgen en gemompel.
Gelukkig was het niet ver naar restaurant Tchaikovsky, waar wij blij van de lach onze tafels opzochten. In een hoek van dit aparte zaaltje zat triest een pianist te spelen. Tot onze verbazing kwam de nietszeggende gids mee eten én hadden wij de pech dat hij bij ons aan tafel aanschoof. Beleefdheidshalve gaven wij hem aandacht, door over Rusland vragen te stellen.
Een ware KGB’ er ontpopte zich voor onze ogen. “Nee, het huidige Rusland is maar niets”. Ik heb nu geen auto meer. Ja, tijdens het communistische regime reed ik, als één van de weinigen, wel auto. Was heerlijk, zonder een moment in file te komen.” Meer verklarende tekst hadden wij niet nodig. Zeker meer aandacht was hij ons niet waard.
Ons gezelschap toonde inmiddels gepast interesse voor de pianist, die tussen nummers door, met warm applaus werd beloond. Zijn achtergrondmuziek ging over in pianomuziek met een ware Tchaikovsky-aanslag. Ons enthousiasme zette zich om in temperamentvol geklap, op ritme van de Russische notenbalk.
De stille tafel van onze Japanse zaalgenoten werd daardoor ook luidruchtiger. In Dutch Style zaten de Aziaten verbaal mee te genieten van het muzikale optreden. Breed lachend naar pianist en Hollandse tafels.
Dit alles tegen de zin in van onze KGB-gids die, zonder één woord te zeggen, onze tafel horkerig had verlaten. Hij had zich bij de uitgang geposteerd, waar hij te kennen gaf dat het Hollandse gezelschap hem onmiddellijk moest volgen. Wij, volledig vrij van welke communistische pressie dan ook, negeerden de KGB om onze pianist tot een nog grotere hoogte op te stuwen.
De muzikant had de avond van zijn leven. Zo ook de totaal losgeslagen Japanners. Uiteindelijk verlieten wij in feeststemming het aanbevelenswaardig restaurant Tchaikovsky. Hartelijk uitgezwaaid door de feestvierende Japanners.
Eenmaal bij Hotel Alexander Platz ingecheckt gingen wij in directe omgeving op zoek naar enig vertier. Het tegenoverliggende supermarktje, 24 uur per etmaal open, had niet ons gewenste wijn of biertje koud liggen, zodat wij het in de kroeg op de hoek wilde zoeken. In een nagenoeg lege zaak, met 2 stelletjes ergens aan de muur geplakt, speelde een gitaar spelende zanger zijn toppers.
We werden door een jonge Russin tegemoet getreden. Natuurlijk verstonden wij geen woord van datgene zij zei, wat wij met gebarentaal kenbaar maakten. Uit niets bleek dat wij welkom waren. Eerder dachten we in een besloten club terecht te zijn gekomen, zodat wij vertrokken.
Daardoor bezochten wij, nu iets minder kritisch, nogmaals het dag-en-nacht-kruideniertje, wat nu meer op een ontmanteld Politburo leek. We werden verre van ‘met open armen’ ontvangen. Sterker nog, de baas-lijkende boy keek ons zo intens vol haat aan, dat we, met net aan gekoelde biertjes, graag het pand wilden verlaten. Nu nog staat die KGB-blik op mijn netvlies gebrand.
Sint Petersburg lijkt het communistische bolwerk van de eenentwintigste eeuw. Historisch en cultureel gesproken is deze, grootste miljoenenstad van noordelijk Europa, natuurlijk wel een fantastisch oord. Aan fraai aangelegde brede grachten liggen heel wat historische panden mooi te zijn. Is de Petrus- en Paulusvesting met ondermeer de graven van Tsaar Peter de Grote en de Romanovs, een op en top bezienswaardigheid. Raak je betoverd van de sprookjesachtige Bloed Kerk. Geniet je van de pittoreske boerenmarkt, waar alle producten uit alle voormalige Sovjetrepublieken liggen uitgestald.
Dertig kilometer buiten de stad vind je het Peterhof, het Versaille van het oosten, waar een rondgang door de zomerresidentie van Tsaar Peter I, je een beeld geeft van alle pracht en praal uit vervlogen Tsaren-jaren. Het culturele hoogstandje vind je natuurlijk in de wereldberoemde Hermitage.
Vooral doordat wij met een hoog geschoolde gids, met universitaire opleiding in kunstgeschiedenis de rondgang deden, kregen we de meest mooie uitleg over aller handen beroemde schilderstukken, van Rembrandt tot Monet.
Het verontruste ons wel dat we niets meer van onze KGB-gids hadden vernomen. Onwillekeurig dachten wij aan Siberië. Onze tweede gids, die zelf zegt de beste van Rusland te zijn, gaf (on)vergetelijk veel interessante informatie over stad, historie en cultuur. Heel boeiend en humoristisch over ons uitgestrooid. Maar ook zij had zo haar Russische gebruiksaanwijzing.
Het was haar namelijk ter oren gekomen dat ze van onze reisleidster niet haar eerste keus was om ons in en om Sint Petersburg te gidsen. Iets wat bij Ella, die uiteindelijk zelfs onze premier Ruud Lubbers had gegidst, verkeerd in haar charmante keeltje was geschoten. Zo was er direct al een spanningsveld tussen onze reisleidster en deze Russische gids.
Heel gênant speelde Ella het in ons bijzijn nog eens op, bijna stampvoetend (waar heb ik dat meer meegemaakt?! O ja, toen we in het hotel op de eerste verdieping moesten ontbijten.), blosjes op d’r wangen en de ogen boven op haar hoofd: “Ik ben geen stomgegik.” Alsof dit bij ons aan de orde was.
Hoewel, een beetje stomgegik was zij toch wel. Want het is toch raar dat je, in het kader van corrupt Rusland, ook nog eens door de tourbus-microfoon meldt dat je voor Intours werkt en zwart wordt uitbetaald?!
Buiten haar onmetelijke kennis van cultuur, historie en filosofie was zij ook een vrouw (30) van deze tijd, die geen enkel blad voor haar mond nam. Vandaar dat ze met zoveel gemak het grootste probleem van de Russische economie, de corruptie, ter sprake bracht. Ons zelfs wees op een groot flatgebouw, omringd door de duurste bolides, vol met Russische Maffia. Dat zwartwerken gemeen goed is en de inflatie van de Roebel tenminste op 14% zal uitkomen.
Maar ook het verhaal dat een politieagent, bij zijn sollicitatiegesprek vele Roebels over tafel moet schuiven, om te worden aangenomen. Die investering verdient hij in functie met alle gemak terug. Langs de weg bekeurt hij gewoon bestuurders van ongewassen auto’s, of die in het handschoenenkastje medicijnen van over de datum hebben liggen. Een politieagent bekeurt niet officieel, maar onderhandelt op de achterbank van zijn dienstauto. Op alles weet een Russische agent je te bekeuren. Op alles valt er dan te dealen.
Ook aan den lijve maakten wij het postcommunistische Rusland in Sint Petersburg mee. Zoals de avond dat ons 3-gangenmenu uit 2 gangen bestond. Met het ronddelen van een simpele versnapering uit eigen middelen, deed onze klantvriendelijke reisleidster Riny haar relaas:
“Ik heb bij het hotel er op aangedrongen dat wij recht hebben op een toetje. Hiervoor werd ik doorverwezen naar Intourist, die mij weer doorverwees naar het hoofdkantoor in Moskou. Totaal heb ik bijna een uur aan de telefoon gehangen, heb het pleidooi niet gewonnen, maar morgen volgt er ijs op het menu.” Een ovationeel applaus werd haar deel. Niet om dat ijsje, maar omdat het haar opnieuw was gelukt, haar groep te geven waar het recht op heeft. Een strijd die zij menigmaal heeft moeten leveren.
Ook moest onze Riny klantonvriendelijk gezever vanuit het Russische systeem pareren. Voorbeeldje: Hotel Alexander Platz heeft totaal 42 kamers, maar een ontbijt- en dinergelegenheid met een capaciteit voor slechts 30 personen. Nu is hun liefste wens, of misschien wel gewoonte, dat je ’s ochtends het ontbijt vliegensvlug naar binnen propt om zo snel mogelijk weer plaats te maken.
Een ontbijtcessie-estafette als het ware. En dat deden wij niet. In alle rust, zoals dat hoort, ontbeten wij. We namen hier, pak weg, een half uurtje de tijd voor. Hier was het personeel van Hotel Alexander Platz niet van gediend en diende bij Intourist een klacht in over het ongewenste gedrag van die Hollanders. Onze reisleidster heeft het personeel toen haarfijn uitgelegd dat het niet aan ons, maar aan hun capaciteitsprobleem lag.
Naast Dick Advocaat en Guus Hiddink heeft opnieuw een Hollander, in dit geval onze Riny, de Russen geleerd dat door hun het spelletje anders gespeeld moet worden. Er moeten echter nog heel wat Hollanders op staan, om de Russen langs de commerciële weg aan het handje mee te nemen. Want daar begrijpen zij nog helemaal niets van.
Dat blijkt ook uit het feit dat in het merendeel van de winkels, uitsluitend met Roebels kan worden betaald. Terwijl Roebels, met een inflatie van 14%, jaarlijks steeds minder waard worden en onze Euro het meest stabiele betaalmiddel van de wereld is. Maar ja, loondienstslaven in Russia zouden het gemakshalve een zorg zijn. Zij zitten niet te wachten op die ingewikkelde omrekenformule met een deling van 0,034.
Daardoor hebben wij toeristen direct in de gaten wie er voor zichzelf werkt. Die zelfstandigen pakken maar al te graag onze euro’s aan.
1008
n.b.: Click hier voor deel 3 van de vierluik:
https://kroondomein.com/drankjes-serveren-vraagt-om-gedegen-administratie/