Het leven is link in het Brabantse land
click op de foto voor het krantenbericht
“Wat hebben jullie dit weekend uitgespookt?” was de verrassende vraag van ons buurvrouwtje, toen we haar maandagavond begroetten. Even verbaasd als geschrokken zochten mijn vrouw en ik naar een passend antwoord. Omdat ons gezellige weekendje in Brabant geen enkele sensatie bevatte, biechtte ik haar maar eerlijk op, dat ik wel zo’n 140 kilometer per uur had gereden. En dat niet eens alleen op de heenweg. “Tja, misschien verklaart dit het wel…”, was de overpeinzing van haar-van-hiernaast. “Maar het is toch eigenlijk wel gek. Zijn jullie dan niet door de politie aangehouden?” Oprecht ontkenden wij. “Maar hoezo dan?”
Haar relaas volgde: “Afgelopen zaterdagavond rond 23.00 uur werd er gebeld en stond er een jonge blonde vent met een klein snorretje voor de deur. Recherche mevrouw, maar schrikt u niet, ik wil iets over uw buren weten. Rijdt uw buurman in een rode Renault 18? Staat deze wagen op naam van een firma in Utrecht? Heeft deze auto recent ook schade gehad? Zou die gestolen kunnen zijn, of zijn geweest? Werkt uw buurman bij dagblad Het Vrije Volk? Zijn uw buurtjes vandaag richting Noord-Brabant vertrokken?” Vragen waarop de Maassluise recherche graag antwoord kreeg.
Naar eer en geweten beantwoordde onze buurvrouw deze intieme vragen. “Eigenlijk hadden we misschien meer behoudend moeten antwoorden,” vroeg ons buurtje zich vol twijfels af. Mijn geruststellende opmerking, dat ze niets bijzonders had verteld, stelde haar enigszins gerust. Maar na die simpele vragen werden onze buurtjes wel verbijsterd, vol vragen door oom agent achtergelaten. Het bleef ze bezig houden. Wat had die politieactie nou te betekenen? Ze komen toch niet zomaar s ’avonds om elf uur aan de deur? Wat is er dan toch met onze buurtjes? Het maakte dat ze ons bij het openen van de deur direct met die ene vraag bestookten: “Wat hebben jullie in hemelsnaam dit weekend uitgevreten?” Natuurlijk wilden ze graag geloven dat er niets aan de hand kón zijn. Maar ja, het was wel ’s avonds om elf uur, waardoor de twijfels toch enigszins bleven hangen.
De dag erop zou ik bij de Politie Maassluis om opheldering vragen, waarover ik onze buurtjes zou bij praten. De bereidwillige rechercheur die mij ter woord stond, wist van deze affaire niets af en kon ook niets in de dagrapporten terugvinden. Daarom belde hij de dienstdoende collega van die zaterdag. Met mij terugbellen kwam die politiefunctionaris met een heel raar verhaal. Nadat ik bevestigend had geantwoord op de vraag of ik in het Brabantse Best van bepaalde gebouwen foto’s had gemaakt, kreeg ik de volgende verklaring: “De Rijkspolitie van Best zag u foto’s maken en vond dit verdacht. Ook al omdat zij constateerden dat mijn auto deels was overgespoten. Daarom wilden zij voor de zekerheid, via het kenteken van de auto, mij natrekken.” Na door Politie Maassluis te zijn geïnformeerd was voor Rijkspolitie Best de kous af.
Het bégon toen pas voor mij. Voor mijn gevoel moest ik sowieso mijn buurtjes ervan overtuigen dat er écht niets aan de hand was. Want de politie voelt zich er niet toe geroepen, om nog een keertje aan te bellen, maar dan met “Sorry mevrouw, het was een misverstand.” “Maar ja, wat waren het dan voor gefotografeerde gebouwen, wat bij Rijkspolitie Best zo verdacht overkwam?” leken mijn buurtjes zich toch verder in deze affaire te hebben verdiept. Mijn ‘verklaring van onschuld’ volstond: Omdat ik als leek een kleinbeeldcamera had gekocht, wilde ik dit toestel onder toezicht van een kenner uitproberen. Insiders weten dat ik dan logischerwijs bij mijn oom in Best terecht kom. Met hem kocht ik in het winkelcentrum van Best een fotorolletje, terwijl de vrouwen de supermarkt indoken. Het zal niemand verbazen dat wij mannen eerder van de fotozaak terug waren, dan de vrouwen Albert Hein hadden verlaten. We hadden alle tijd om een fotografisch object uit te zoeken. Ter plekke viel dit echter niet mee, want het winkelcentrum is aan een saai plein gelegen. Met wat winkels als onderwerp stelden we het toestel in zonder af te drukken. De enige actiefoto werd die van onze vrouwen bij het verlaten van Appie Heijn.
Kennelijk heeft toen ons ‘fotograafje spelen’ de aandacht van een vlijtige speurneus der Bestse Rijkspolitie getrokken. Die rijksambtenaar voelde de noodzaak om een omvangrijk politieapparaat in te schakelen, om er zeker van te zijn dat dit inderdaad onschuldig fotootje maken van onschuldige mensen betrof. Maar ja, door zijn actie kwam ik bij mijn buren aanvankelijk wel op een strafbankje te zitten. Later zelfs ook nog bij mijn Renaultdealer. Want, bij mijn volgende bezoek vertelde ik die bijzondere gebeurtenis tussen neus en lippen ook aan de chef-werkplaats. “Ik ben blij dat u daar zelf over begint, meneer Kroon,” was zijn verrassende reactie en verhaalde: “In dat weekend werd ik, op mijn verjaarsfeestje nota bene, door de politie Rotterdam gebeld. Zij vroegen naar de chauffeur van de leasewagen, een rode Renault 18. Vanzelfsprekend had ik die informatie niet thuis, dus moest naar de zaak om uw gegevens door te kunnen geven. Natuurlijk vroeg ik mij af wat u op uw kerfstok had, maar ja om u daar naar te vragen….”
Mijn oom was van zijn kant verontwaardigd bij de Rijkspolitie Best binnengestapt. Na lang aandringen kreeg hij het echte verhaal. Het was niet een vlijtige oom agent die iets verdachts in het winkelcentrum aantrof, maar de lokale juwelier die vreesde voor zijn winkelvoorraad.
-o-o-o-
n.b.: Mochten mijn buurtjes toch nog hebben getwijfeld, konden zij het ware verhaal in de
gezaghebbende krant Het Vrije Volk lezen.
1022