Kroondomein.com

Fredikeetje

click op de foto voor een beroemd ADO Den Haag elftal

Denk nou niet, bij het volgen van de resultaten van ADO Den Haag, dat ‘s-Gravenhage geen goeie voetballers heeft voortgebracht. Denk aan Bertus de Harder, Theo Timmermans, Lex Schoenmaker, Aadje Mansveld, Tscheu La Ling, Johnny Dusbaba, Sjaak Roggeveen, Dick Advocaat, Ton Thie, Theo Van der Burch en die lange van Vianen zijn toch namen die klin­ken als een klok. Den Haag is de geboorteplaats van menig topvoetballer.

Den Haag heeft deze jongens alleen niet voor eigen vereniging kunnen behouden. Neerlands grootste ambtenarenstad mist de zakelijke feeling om profvoetballers te exploiteren. Daarom was, is en blijft ADO Den Haag dé springplank van menig voetbaltalent. Ik ken nog een aantal midden-dertigers die half de jaren vijftig zoveel voetbalklasse etaleerden, dat het verwonderlijk is dat er van hen in sportief opzicht nooit iets is geworden. Enkele namen van deze jeugd­talenten borrelen bij mij op:

Martin van den Hoek, een dribbelaar van Cruijff-klasse. Jammer genoeg toen al behept met sterallures. Bij de grote mensen stond hij als brutaal schof­fie bekend. Later heeft hij hiervoor het boetekleed aan­getrokken, door zich bij de Jehova aan te sluiten. Ik ben bang dat hij zijn dribbelbenen nu te veel tussen deuren forceert. Zijn voetbalklasse is ons aan Jehova ontval­len. Alsof de wereld vergaat!

Chris van Dijkhuis, een jongetje met grandioze balcontrole en verrassende tussensprintjes. Voornamelijk gekweekt tijdens de jaarlijkse vakantie­kolonie. Chris meende zijn talenten echter in de wielersport te moeten stoppen. Wat dus ook niets werd.

John Krekels, eerst als flapoor bekend. Doch nadat zijn oren stijf tegen z’n hoofd waren genaaid, veranderde zijn scheldnaam terstond in lik­lip. John was zo’n potig Hulshof-type, die in de achterhoede zijn tegen­spelers mak­kelijk van de bal af zwiep­te, om zelf de bal nooit meer af te spelen, waardoor elke tactiek in het water viel. Niet vreemd dat hij zonder
glori­euze gevolgen verder ging in waterpolo.

Hansje Zijlaard, de benjamin. Altijd herkenbaar aan zijn groene snot­tebel. Een middenvelder die met zijn korte beentjes menig scheen wist blauw te schoppen Een wat dreinige jongen die met zijn altijd dronken vader en hoerige zuster het bepaald niet makkelijk had. Jammer, Hans zijn komaf stond een voetbal­carrière in de weg.

Al deze mannen stonden in het eerste en enige elftal van de buurtclub Speel Altijd Sportief. In de voetbaluitslagen beter bekend als S.A.S. Zij speelden voornamelijk in de grote vakanties op de speelweide in het Zuiderpark. De tegenstanders werden op de wedstrijddag zelf uitgezocht. Gekleed in groen/geel (ook hun club­kleuren) struinden S.A.S. het Zuiderpark af. Een ritueel wat ook door andere clubs werd gehanteerd, om elkaar sowieso tegen te komen. Bij zo’n treffen riep je elkaar toe met: “Jongens, Fredikeetje??, met hoeveel zijn jullie?? Oké, één van ons bij jullie en dan een vliegende keep met drie corners één penalty!” De jassen werden als doelpaal neergelegd en de wedstrijd kon beginnen. ‘

Menig partijtje voetbal tussen twee buurten is er zo gespeeld. Fredikeetje werd zo’n treffen genoemd. Een typisch Haagse uitdrukking, waarvan naar de herkomst alleen maar valt te gissen. Het zou bijvoorbeeld van het Engels Free Game kunnen komen. Of misschien wel, naar suggestie van Koot & Bie, van Frendly Game. Zeker is wel dat vele generaties het woord Fredikeetje gebruikten. Mijn Haagse opa, mijn vader, mijn zwager en mijn jonge neefje struinden ook met Fredikeetje het Zuiderpark af.

Vraag een échte Hagenaar of Hagenees om een Fredikeetje en hij vraagt jou om de bal.

0699

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Loading Facebook Comments ...
|
dis©laimer - Site by - Dutch Design Office