Fjoertoer Terschelling
Een soort Biathlon, maar in plaats van langlaufen en schieten, vouwfietsen en wandelen, deed ik het afgelopen weekend op Terschelling. Misschien wel een Bierathlon, want de “Day Before” werd mijn 20 gefietste kilometers beloond met wel een ontzettend lekker biertje, ‘Scelling Blond,’ uitgeschonken en toegelicht door de baas zelf. Inclusief het showen van een handvol grote graankorrels van dit gastvrije eiland. De dag zelf deed ik een verkenningstocht, van ook weer twintig kilometer, over het eiland. Ook al door het heerlijke weer, was de verleiding groot om heel het eiland rond te fietsen. Met de vrees mijzelf ’s avonds tijdens het lopen tegen te komen, verstevigde mijn gevoel voor discipline. Halverwege mijn fietstocht kwam ik op het parcours terecht, waar ik ’s avonds 22 kilometer zou lopen Fjoertoeren. Daardoor was ik er getuige van dat een spectaculair object nog werd opgebouwd.
Mijn avond begon plat op m’n bek, altijd weer een knappe verschutting. Na mijn operaties ben ik met een bepaalde moyenne op m’n plaat gegaan en het lijkt er op dat dit bijverschijnsel nog niet de kop is ingedrukt. Pal voor vertrek leek het opnieuw, of ik met het van de stoep afstappen, door m’n hoeven ging. Knie pijnlijk en kapot, kortom, een lekker gevoel van voorbereiding. Met een gloeiend knie ging ik dan toch van start. Leuk genoeg, met twee wandelgrage maatjes uit eigen omgeving.
De tocht was schitterend, met wonderschone vuur- en lichtobjecten. Maar ook behoorlijk zwaar, waar ik natuurlijk met ‘mijn knie’ een extra dimensie aan had toegevoegd. Kennelijk ook door de gezellige sfeer liep het toch als bijna vanzelf. Nou ja, totdat we over een meedogenloos mul zand gedeelte schuin omhoog het strand weer afgingen, met nog acht kilometer te gaan.
M’n maatjes hun elektrisch brandende Disneysstrikjes liepen steeds verder uit beeld. Gelukkig kort voor een stempelpost, waardoor ik weer kon aansluiten. Uhhh, gelukkig…?!, de paden werden in het pikkedonker, op z’n minst voor mijn gevoel, steeds smaller en kon ik moeilijker passeren, waardoor ‘de strikjes’ opnieuw buiten mijn gezichtsveld dreigden te komen. Wat wil je, de ‘mannenstrik’ had ook een hoogte van één meter drieënnegentig, waarop ik alleen al 21 centimeter moest inleveren. Geloof mij maar, dat dit je ‘staptechnisch’ op een gegeven moment gaat opbreken. Desalniettemin, mede door het begrip samen uit, samen thuis, bereikten we gezamenlijk, ik bijna (ware het niet dat er één kapot was) op m’n knieën, de finish. Breedbekkikkerend liepen wij door naar mijn populaire onderkomen, Grand Café, Restaurant Het Raadhuis. Na wat prettige versnaperingen, namen we nog één Schotse en één Japanse Whisky als slaapmutsje. Die hielpen, want die ochtend werd ik om 9:30 uur heel ontspannen wakker.
0814