Carrièroloog
Zodra een bliksemcarrière door negatieve invloeden van buitenaf stagneert, word ik als carrièroloog ingeschakeld. Het is mijn taak om wetenschappelijk aan te tonen dat bestaand carrière-niveau verder kan worden uitgebreid, indien op het huidige platform voldoende recuperatiekracht aanwezig is. Veelal dient de carrière zich dan op een heel ander gebied aan. Zo ook bij Gé van Mariëtte. Van mijn collega-observanten vernam ik dat door de recuperatiekracht van zowel de patiënt (Gé), als van de matiënt (Mariëtte) er zo’n positief aureool is ontstaan, dat een antecedentenonderzoek op zijn plaats is. Tijdens dit vooronderzoek bleek direct al dat Gé méér mogelijkheden in zijn mars heeft, dan er tot dan was uitgekomen. “Inzeiders” (zei die dit al zeiden) verbazen het niet dat er in Gé nog minstens twee beroepsmogelijkheden schuil gaan. En omdat hij zich in deze twee beroepen tot een autoriteit zal kunnen verheffen, is het mijn vakmatige verantwoording deze mogelijkheden verder uit te diepen.
Beroepsmogelijkheid no. 1): SEKTELEIDER
Gé zal een excellent Sekteleider zijn. Navraag bevestigde zelfs mijn vermoede dat hij als baby al zegende gebaren maakte met zijn rammelaar, wanneer de koetjie-koetjie-koetjie-koppen zich boven zijn wiegje vertoonden. De naam voor deze mogelijke sekte ligt voor de hand: “Géliefde”. Nederland, maar later ook vele andere beschaafde landen ter wereld, raken in de ban van deze nieuwe libidotische sekte. Libidotisch, omdat de vrijentijd de vrijheidspreek voor onze vrije tijd zal zijn. De Griekse godin Otica treedt als beschermvrouwe op. Otica is het symbool voor de Géliefden: “Eer Otica en leve Ko Itus!”, haar Griekse minnaar, God van het liefdespel. Intens, véél intenser moeten wij leven. Weg grijze massa. Leve de kleurrijken. Kleurrijken zijn Sekteleden die iets van het leven maken. Pleziermakers, plesanterikken, zoals de Vlamingen zeggen, die geen tijd hebben voor de dagelijkse futiliteiten. Daarvoor hebben de kleurrijken bedienden, de kleurlingen, ook wel kleurarmen genoemd. Het leven wordt om een kleur van te krijgen. Heerlijk is het om er gekleurd op te staan. Oók Zuid-Afrika zal het ooit moeten onderkennen, want ook het taalgebruik wordt veel kleurrijker. Wèg met de toonloze “Gu’s” van het voltooid deelwoord. Gu’s worden Gé’s. De Sektenaam Géliefde is hiervan het duidelijke voorbeeld. Sekteleider Gé zal door dit veranderde taalgebruik veel nadrukkelijker onder ons zijn. De Sekte taalt naar Gé! Nederland krijgt steeds meer rijpe mannen en vrouwen. Rijp voor de nieuwe sekte: de Géliefde. Gé moet en zal voor iedereen openstaan. Gémine’tje nog aan toe, zij die vreemd komen zullen nooit vreemd gaan. Daarvoor is de opvang binnen de Sekte te goed géregeld. Geen gédonder, want ons kent ons. Géliefden zullen liefde met elkaar delen (42:12), en psalmen met elkaar vermenigvuldigen (42×12). Zij zetten een psalmboom op. Ter kerke gaan, laat staan voor het zingen de kerk uit gaan, is volledig uit den boze. De God van het liefdespel, Ko Itus eert de vrouw met zijn neus omlaag, terwijl de vrouw deze verering pleegt met de neus omhoog. De windrichting, het oosten zoals bij de Islam, speelt hierbij geen enkele rol.
Natuurlijk heeft de géliefde ook een onderkomen. Zelfs een met een historisch recht. De warenhuizen van Vroom en Dreesmann doen door het Géhele land dienst als koop- èn meditatiecentrum. Volksmondisch zo langzamerhand bekend als GéVD. Elk willig oor heeft menigmaal het GéVD horen verluiden. Héma, Hépa, we gaan naar de GéVD toe. Het géloof wordt tastbaar: loof Gé! Toch zitten er enkele minpuntjes aan de géloofwaardigheid van deze nieuwe génootschap. Daarom laten tegenstanders van de Géliefden zich niet onbetuigd. Va-ra-ra …, wie zal de Gé-Sekte ten val brengen? Inderdaad…, Frits Bom. Deze ombudsman, van minne praktijken én verborgen camera, maakt je, ook zonder tros, de pisang. Deze zure neuroten-Bom zal door gemanipuleer met filmbeelden zorgen voor veel, erg veel afvalligen. De gé-nieten genoemd. Elk woord van de sekteleider is voor hen ineens gélul. Vara’s kritiek op de sekte zal inslaan als een bom. De heren Vroom en Dreesmann zullen zich langzamerhand, ondersteund door de bond zonder naam, van gévd losweken. Het wordt weer gewoon V&D. Sekteleider Gé zal door dit gélazer niet makkelijk géloofsgenoten om zich heen weten te houden. Gédonder is voorspelbaar… én dan is het gédaan. Gelukkig is er voor deze amoureuze Sekte een alternatief. Waar liefde verliest, wint politiek, zegt een oud wijs gezegde, die ik nu ter plekke verzin. Gé kan in de politiek veel meer partij geven. Nee, niet als lijsttrekker van de GVVD. Gé’s politiek krijgt een eigen, heel ander, gezicht.
Beroepsmogelijkheid nummertwee: Politiekleider van BEKKIE’81
Een politieke partij als Bekkie’81 is op het lijf, dus eigenlijk ver van het bekkie af, van Gé geschreven. Vooral zijn recente ziekenhuiservaring én zijn overdenkingen van dat moment, hebben een concreet beeld opgeleverd van de nieuwe politieke partij: Bekkie’81. “Trek eens een bekkie naar de baas”, Na die woorden dient er een aapachtige gelaatstrek te worden getrokken,ter ondersteuning van de verbale communicatie. Trek eens een bekkie naar de baas is het centrale thema van de politieke campagne, die er in het land gevoerd gaat worden. Weg frustraties; weg stiekem gefoeter; weg uitleven op je kinderen en lieve vrouw; weg, ‘k zal ’t ‘m ’s zeggen-syndroom; weg diepe onvrede. Gewoon een bekkie trekken naar de baas! Bekkie ’81 activeert de bekken-trekkerij. Daarom heet vanaf nu het bekkentrekken “BEKKIE”.(aapachtige gelaatstrekken). In promotiefilmpjes (zendtijd voor politieke partijen) wordt een werksituatie in scène gezet: Baas telefonisch in gesprek. Personeel achter zijn rug trekt een BEKKIE. Is er bij het telefoongesprek grote concentratie noodzakelijk, wordt Bekkie’81 zelfs midden in het gezicht van de baas uitgevoerd. Zodra het telefoongesprek is afgelopen, krijgt het baasie een politiek getinte verklaring voor dit, ogenschijnlijk provocerende, gedrag. Zo krijgt Bekkie’81 sympathie van de baas. De bekkies zijn niet van de lucht. Deze wervingscampagne wordt bekvechten genoemd. Ik lust nog wel een bekkie en dat zal een bekkie kosten, zijn gezegden die voorin het bekkie van de aanhangers liggen.
De politieke campagne draait op volle toeren. Om bekaf van te raken. Er wordt bereikt dat de “bekken” een onderdeel is geworden van het politieke lichaam. Een politieke vrouwenbeweging blijft niet uit. De roze vrouwen verenigen zich in Bekkie-’81. Alle poorten gaan voor hen open: “Een gekke bek vernielt elk hek”. Het emancipatierecht vindt ook bij Bekkie’81 voedingsbodem. “Baas van eigen bekkie” wordt de slogan voor de eerst komende gemeenteraadsverkiezing. Bezetting van de Gekkenbekkenkliniek staat dan te doen als publiciteitsstunt. Een stunt waarmee de roze de rooien willen bekeren .De minderheidsgroep van oude mensen, maar dan alleen zij die voor de tweede wereldoorlog zijn geboren, mogen hun beklag doen bij Bekkie-’81, als zij menen er bekaaid af te komen. Ook weer zo’n stunt waarbij de bekakte tegenpartij gezicht zal verliezen. Menig bekkie (aapachtig gelaat trekken a.u.b.) zal de Bekkie-’81-leden vanaf nu trekken tegen onmacht. Gelijk hebben zij. Immers het bekkie lucht op na zo’n aapachtige inspanning. Trek een bekkie naar de baas! Laten we het daar voorlopig op houden. Toch moeten wij ons gezicht niet verliezen, want dan gaan we wel op onze bek. Blijft er dan meer over dan een Mona-toetje?
Terug naar Gé, verleidt mij tot de volgende uitspraak: “Ieder vogeltje zingt zoals het Gébekt is”. Gé zal ongetwijfeld het gezicht van Bekkie-’81 kunnen bepalen. Er is voor hem zelfs een plaats in de tweede kamer weggelegd. Doch het is realistisch genoeg te bekennen dat Gé altijd moeite zal houden met het secondman zijn. Maar van het firstman zijn in de tweede kamer word je Dol man!, waardoor carrièrologisch gezien hiervoor geen duidelijk advies valt uit te brengen. Het lijkt er op dat deze carrièrologische studie moet worden afgesloten met het advies dat Gé gewoon terug moet naar zijn thuishonk. Gelukkig wordt mijn eindconclusie ondersteund door het GéVR, het Génootschap van de Reclame. Zij vroegen mij echter om het G-rapport enkele maanden te bevriezen. Daarna opnieuw de eerdere opties te bestuderen en af te zetten tegen Ge”s huidige functie en eisen, zoals deze aan een goed reclameman worden gesteld. Enkele maanden na de ziekenhuiservaring van Gé lijkt er toch voor hem slechts één weg te gaan…, de weg van het commerciële circuit. Daarom Gé, welkom bij de reclameclub!
11 november 1981