O’Jasses
Aan wedstrijdsport heb ik tot maar mijn dertienjarige leeftijd gedaan, daarna werd het recreatief tourfietsen, squashen, fitness en wandelen. Het zou dan ook te gek zijn als ik omwille van mijn gehele oeuvre wil meedingen naar de sportman aller jaren, als die jaarprijs al zou bestaan. Toch heeft sport, met name de voetbalsport, een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Nou ja, niet dat balspelletje, maar de locatie, de voetbalvelden van de Haagse Quick Steps.
Dit sportcomplex scheidde in één rechte lijn mijn Voorthuizenstraat (81) met dat van Truusje Jas haar Wapenveldestraat (50). Toch vonden wij elkaar, zelfs op heel jonge leeftijd. Daarbij moet ik wel bekennen, dat ik meende dat deze donkerblonde bram (Haags voor kanjer) met haar mooie lange haren, iets voor mij verborgen hield. Dat zij geen Jas maar O’Jasses heette. Van Griekse afkomst, wellicht kind of kleinkind van een beroemde reder.
Zij bleek eerlijker dan mij lief was, dus was ze wel een gewone Jas. Overigens geen reden om uiteindelijk niet met elkaar in de Javastraat, toch een beetje kak, in 1970 te trouwen. Wij hebben dat gelukkig zijn met elkaar naar genoegen 41 jaar volgehouden.
De meedogenloze typhus kankâh heeft haar in een halfjaar tijd (2011) van mij afgetroggeld. Wel tot het laatste moment bij ons thuis, zoals ze dat wilde. Een wens die ik heel letterlijk heb genomen. Want, opnieuw is zij bij ons in de tuin terug. Weliswaar slechts met haar stoffelijke resten, verpakt in haar geliefde Boeddha, speciaal door een vriendin voor haar gemaakt.
Vandaag is het voor de vierde keer dat haar verjaardag is omgekat naar haar geboortedag, Geen rozen en geen taart, maar… wél die kaarsen. Traditioneel stak ik vanochtend op een heel speciaal plaatsje in de R.K. Kerk van de St. Jan de Doper in Noord-Scharwoude haar zesenzestig kaarsjes aan.
Zoals Quick Steps destijds voor mij, als niet-voetballer, belangrijk was, zo speelt St Jan de Doper bij mij, ondanks dat ik buitenkerkelijk ben, eens per jaar een heel belangrijke rol.
0715