Van plus naar min
Altijd heb ik het als een verwennerij gezien, de teruggave van inkomstenbelasting, met belastingjaar 2016 als hoogtepunt. In dat jaar moest ik namelijk mijn hypotheek oversluiten, met alle kosten van dien. Daardoor liep de teruggave van het afgelopen jaar op tot zo’n tweeëneenhalf duizend euro. Wat een feest! Alsof ik daardoor veel te veel had gezopen, kwam er een fikse kater achteraf.
Meer met letters dan met cijfers geïnjecteerd, had ik nooit zoveel interesse in al die belastingzaken. Met hangen en wurgen diende ik jaarlijks plichtmatig mijn formulier in om daarna een aardig bedrag terug te krijgen. Achteraf gezien was zo’n bedrag vanaf mijn pensioenjaar 2009 veel te bescheiden en verhulde het een financiële nekslag voor in de nabije toekomst.
Dit jaar hield ik er al rekening mee nauwelijks of geen belastingteruggave meer te krijgen. Waar ik geen rekening mee hield is, dat de teruggave zou worden omgezet in een fikse aanslag. Wel was het bedrag nagenoeg gelijk aan 2017, alleen was het minnetje (teruggave) veranderd in een plusje. Betalen dus!
Voor mij viel maar niet te beredeneren waardoor het minnetje in een plusje was veranderd, dus tekende ik bezwaar aan. Hierdoor ontstond er, via een aardige mevrouw, zowel telefonisch als digitaal, contact met de Belastingdienst. Hoe zij via die beide kanalen ook haar best deed, het lukte haar niet om hun logica aan mijn verstand te brengen.
“Tja, als je het ene jaar een fikse aftrekpost hebt, die het andere jaar wegvalt, ligt het voor de hand dat je dán zal moeten betalen.” Die uitleg klonk wel logisch, alleen heb ik in mijn omgeving daar nooit iets over gehoord en zou mijn hypotheekadviseur hiervoor mij ongetwijfeld hebben gewaarschuwd. Dus wilde ik het niet bij de ‘belasting-logica’ laten zitten. Ik vroeg een gesprek aan.
“Geen probleem meneer Kroon, wij zitten vijf minuten lopen van het NS station Sloterdijk in Amsterdam.” “Amsterdam?!”, reageerde ik nog naïef, “ik woon in Alkmaar.” “Ja, maar daar hebben wij geen kantoor meer. Bezuinigingen, begrijpt u wel.” Nee, dat begreep ik niet, voor een stad met 110.000 inwoners met ook nog eens een regionale functie. Maar oké, dan maar naar Sloterdijk.
Ik werd door twee alleraardigste vrouwen ontvangen, waarbij ik hun hiërarchie direct doorzag. We gingen een vrij donkere gang in met zowel links als rechts een soort celdeuren. Voor no. 111 moest ik halt houden en wachten totdat zij omgelopen aan de andere kant de deur opendeden. Nog even verontschuldigden zij zich voor deze ontvangst in een soort Fort Knox.
Snel kwamen wij ter zake. Opnieuw kreeg ik dezelfde uitleg, die ik zowel telefonisch als per mail al had ontvangen. “Ik begrijp het principe, maar de logica niet.” Om het te simplificeren had ik in Excel een overzicht gemaakt van mijn inkomen en belastingafdracht over de jaren 2015,2016 en 2017. Vooral het jaar 2015 moest met 2017 worden vergeleken. In 2016 had ik immers hoge kosten door het vernieuwen van mijn hypotheek. Door mijn pensioenconstructie was mijn inkomen ten opzichte van 2015 wel met 10% gezakt, wat mij niet noodlijdend heeft gemaakt, maar dit ter zijde. Dan valt toch niet te verwachten dat je van € 500,= (2015) teruggave terug gaat naar € 2.500,= te betalen?! “Ja, maar toch is het zo,” was de reactie van de leidinggevende, terwijl haar vinger opnieuw naar de schriftelijke uitleg wees.
“Hóe is het zo, mevrouw?,” zette ik mijn interviewtechniek in. “Nou ja, u ziet het hier toch staan.” “Ja, en? In mijn omgeving is er niemand, die in een vergelijkbare situatie plots veel belasting moet betalen,” betoogde ik. Kom daar maar eens overheen, bedacht ik enigszins triomfantelijk. Dat deed zij, met niet meer dan drie letters: “Tja.”
Ik bleef haar verwachtingsvol aankijken. Te vergeefs, want meer uitleg wist zij niet te geven. “Ben ik echt helemaal hier naar toe gekomen voor een uitleg van niet meer dan ‘Tja’ ? Krijg ik over 2018 ook zo’n aanslag?” “Dat denk ik wel,” respondeerde de leidinggevende zonder verdere toevoeging. Wel zag ik aan haar verzitten, dat ze het gesprek wat ongemakkelijk begon te vinden. “Als u uw logica nu eens naast mijn logica zet, valt daar dan geen conclusie uit te halen?, probeerde ik het nu bij haar discipel waar de eerdere contacten mee zijn geweest.
Zij dook in haar PC, draaide het scherm naar mij toe en toonde onder meer de belastingschijven met begrippen als heffingskortingen, verrekende arbeidskorting en loonheffing. Bij het overzicht van mijn vier soorten (pensioen) inkomen noemde zij, tussen neus en lippen door, dat er in dit geval alleen op het hoogste pensioen een loonheffing zit. “U bedoelt dus dat…?” “Ja, dat klopt, over drie van de vier pensioenen zit geen loonheffing .” Eureka! Dat is even een andere uitleg dan “Tja.”
Toch blijft het vreemd, als je bedenkt dat ik 35 jaar voor de dagbladen heb gewerkt, waarbij ik slechts twee keer van uitgever ben veranderd. Het waren de dagbladuitgevers zelf die door fusies steeds veranderden. Tot maar liefst zes keer aan toe kreeg ik een andere broodheer. “Klopt mijn conclusie dat door die vele fusies van weleer, ik het nu moet bekopen met een jaarlijkse belastingaanslag van € 2.500,=?” “Ja, zo is het,” gaf de leidinggevende antwoord alsof een quizvraag goed was beantwoord.
Zowel de dagbladen als ik zijn er niet beter van geworden.
11.18
De overspringende vonk | Mijn zus als kostenpost
Och jeetje, en het is niet zo’n klein bedrag ook.
Beste Arnold,
Is het niet zo dat de hele bovenlaag van het belastingpersoneel vervroegd met pensioen is gestuurd? Daar ging het laatste beetje belasting-kennis… Personeel werd opgevuld met flexwerkers??? Tja…
Verrek, ja. Dat was dan ook duidelijk waarneembaar. 🙁