Ruilerf
Click op de foto voor het nieuwe verkeersbord van het woon/ruilerf
Zo langzamerhand krijgt ons menselijk gedrag gelukkig weer normale, aardse trekjes. Zo worden onze honden bijvoorbeeld niet meer op strafkamp, naar de gedragstherapeut Gaus, gestuurd en branden wij onze voeten niet meer aan Tjakka Ratelband. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg, is het aloude motto dat binnen ons brein een herintreden deed.
Des te vermakelijker is het dan te lezen, dat het gemeentebestuur van Almere vier wijsgeren een gooi laat doen naar de titel van Stadsfilosoof. Eén van hen zal, in dit uitzonderlijke beroep Almere leefbaarder moeten maken. Almere méér van de mensen laten zijn. Jemig, hoe heeft het zover kunnen komen. Ach ja, misschien ligt het aan het aloude probleem van een slaapstad, waar de gemeenschapszin onvoldoende gelegenheid krijgt te ontwaken.
Het valt voor Almere als stad zonder historie, natuurlijk ook niet mee. Het verenigingsleven levert niet meer die ouderwetse saamhorigheid op, de kerken weten niet te binden en de gordijnen worden te vroeg gesloten. Ik heb overigens wel een tip voor de Almeerse Stadsfilosoof. Daarvoor hoeft hij alleen maar een willekeurig woonerf op te wandelen. Om zich heen te kijken, de huisnummers in zich opnemen en zich realiseren dat er achter élk huisnummer meerdere specialisten, van aller handen beroepen, schuilgaan. De Gouden Gids trekt als het ware LIVE aan hem voorbij.
Weliswaar niet in alfabetische volgorde treft hij achter die huisdeuren de schooljuf aan, de bakker (niet altijd op de hoek), de rijwielhersteller, de schilder, de administrateur, maar ook de loodgieter en wat al niet meer zij. Maar ook dat achter diezelfde deuren de consument woont, die van al die genoemde diensten gebruik zal maken. En dit dan wel tegen keiharde Euro’s.
Het woonerf van vandaag niets meer dan een max-30-kilometer-circuit, voorzien van uitlaatslopende drempels, gemarkeerd met een symboolrijk blauw verkeersbord. Het suggestieve begrip erf heeft niets wat zo’n (pré)historische nederzetting aan bedrijvigheid had, waar de toenmalige bewoners onder elkaar alle producten en diensten met gesloten beurs ruilden.
Alleen in het museumpark Archeon van Alphen aan de Rijn vind je nog het oeroude kopen en verkopen met gesloten beurs. Om dat fenomeen naar deze tijd terug te brengen moet sowieso het begrip woonerf veranderen in Ruilerf. Het bijbehorende verkeersbord krijgt een extra symbool, bijvoorbeeld een hamer, om de hedendaagse ruilhandel onder de aandacht te brengen. De Ruilerf-bewoners zijn geselecteerd op hun vakmanschap, kennis en ervaring.
Op het Ruilerf maakt de fietsenmaker het oude brikkie van de tegelzetter weer nageltje nieuw, terwijl zijn badkamer opnieuw wordt betegeld. De loodgieter klust bij de schooljuf, waarvoor zijn jongste zoon wat bijlessen krijgt. De bakker ruilt met groenteboer en slager. Kortom, er ontstaat dan een levendige handel, door elkaar diensten en producten met gesloten beurs te ruilen.
Dan hebben we nog even het probleempje met de belastingdienst, die loon in natura graag met een onbillijke naheffing beloond wil zien. Maar ja, daar hebben we hem van numero 17 voor. Deze belastinginspecteur weet hier weer een slimme mouw aan te passen.
1102