Open brief aan Mathijs
“Dat wordt dus effe door knokken om je moraal terug te vinden. Maar natuurlijk gaat dat gebeuren. Ik vind het overigens schitterend dat jij in zo’n hoge frequentie ons digitaal op de hoogte houdt.” Eerlijk gezegd wist ik, door die hoge dosis van optimaal leefgenot, nauwelijks prikkels te onderdrukken, die heel snel tot jaloezie kunnen uitgroeien.
Terloops had ik mijn ziektepolis al geraadpleegd of medicinale bijstand voor afgunst ook onder de dekking viel. Gelukkig kwam het niet zo ver. Ik werd Safed by your Mail (effe anders), waarin jij, hoera hoera, meldde het Walhalla (Sydney) te hebben verlaten, om je voor de poorten van de Hel (Melbourne) voorlopig te vestigen. Wat komt het mij therapeutisch vreselijk goed uit, dat jij een rare Aziaat, binnen eigen huisvesting, totaal niet kunt verstaan. Dat die Inwoon-Chinees zich zelfs vijandig opstelt en je er van verdenkt dat je te veel knoflook hebt gegeten. Haha, wat een rare Chinees, om te denken dat er buiten gerecht 022 tot en met 098, met Bami of Nasi (sambal bij?), maaltijden bestaan die nog stijver van de knoflook staan. Mij lijkt het waarschijnlijker dat de meurende atmosfeer, de voorgaande nacht door zijn eigen kikkerbillen zijn voortgebracht. Zo niet, valt er veel voor te zeggen om een afgebroken satéstokje eens langs de achterkant van zijn tanden en kiezen te rossen. Want, vooral rottende bamigerechten verspreiden een niet te harde lucht. Gôh wat zie ik graag jou deze conclusie, met handen en voeten, aan die afhaalkok uitleggen.
Maar ach wat kan het mij eigenlijk ook schelen. Je hebt een Battle te gaan en daar heb je gewoon recht op. Want mag ik je er alsjeblieft even op wijzen, dat ik op jouw leeftijd ook een conflict had met een Chinees. Nou ja, Chinees, met èlke Chinees binnen heel Communistische China. Want, in mei 1967 werd er door de overheid mij een treinkaartje gestuurd, met het dwingende verzoek mij te melden in de Isabella Kazerne te ‘s-Hertogenbosch. Een enkele reis wel te verstaan, ten tijde dat er nog geen sprake was van vertragingen bij de Nederlandse Spoorwegen. Binnen 2 uur had ik, vanaf mijn Haagse huisdeur tot aan de kazernepoort, mijn eerste diepe vernedering al te pakken. Zichzelf overschattende, staatspooiers van de zestiger jaren maatschappij, mochten zich permitteren mij fysiek en mentaal volledig de grond in te boren. In het zand heb ik moeten bijten en niet zo’n beetje ook. Dat moest op die leeftijd. Voor je nummer, heette dat. Daar werd je vent van!
O nee, toen waren er totaal nog geen openbare aanwijzingen, dat er binnen het sterren en strepenwereldje zich homofielen met wapenrokjes bevonden. Die gedachte was volledig taboe, dus werd er ook niet geconcludeerd dat het Nederlandse leger een getrouwe afspiegeling van de herenmaatschappij was, waarin evenveel nichten zich nestelden. O begrijp mij goed. Totaal niets heb ik tegen andere geaardheid van de medemens. Ik heb er zelfs een aantal van, met genoegen, onder mijn vriendenkring. Nee, het gaat mij om het gemis aan mannelijkheid, wat zij met tiranniseren van opgetrommelde jonge mannen op staatskosten uitbundig compenseren. Dat onderging ik, met registratienummer 14051947277 18 maanden lang. Omwille van de veiligheid van ons vaderland werd ik onder de wapens opgeleid om alle agressieve Chinezen, ook wel het Gele Gevaar genoemd, met FAL (geweer), bajonet of handgranaatje te elimineren.
Nog steeds, al is het maar bij de Afhaalchinees, neig ik er toe om over de toonbank heen te springen, grimmig gerechten 27 en 39 met Bami te bestellen, ja sambal bij!, om vervolgens met niet mis te verstane woorden er aan toe te voegen dat ik meen wat ik zeg. Een tic die ik aan mijn agressieve opleiding heb overgehouden, terwijl de Chinezen, heel ver achteraf trouwens, blijken heel erg mee te vallen.
Bij het afschaffen van de dienstplicht werd bij mijn weten de Koude Oorlog met China ook opgeheven. Wie weet is jouw kamermaatje nog een van die, sporadisch voorkomende, slechte Chinezen. Was z’n vader misschien wel fout in de Koude Oorlog. Ach, het zal me een worst zijn Je staat je mannetje maar, zoals ik dat deed in lichting 67-3.
0806