Het ziekenhuisbelletje
Doordat er twee mensen waren ontslagen, bleven alleen Wim en ik over op de vierpersoonskamer van het MCA. Natuurlijk in afwachting van de volgende patiënten. Of worden zij in de geprivatiseerde zorg gasten genoemd?! Hoe dan ook, een oud vrouwtje werd begeleid door haar mooie dochter, onze kamer binnengeleid.
Ons sobere uitzicht, waarbij wij opkeken naar alles wat bewoog, kreeg een meer dan aangename afwisseling. Het was zaak om hier omzichtig mee om te gaan, waarbij vaak je hoofd bewegen de beste tactiek bleek te zijn. Zo kreeg je de schone vertoning het meeste binnen je gezichtsveld. Maar ja, niet zij, maar haar 85 jaar oude moeder ging de kamer met ons delen. Wat hadden we graag het oudje in de deuropening afscheid van haar dochter zien nemen.
Eenmaal met z’n drietjes op kamer, kregen we wat meer gelegenheid om onze senior kamergenote beter in ons op te nemen. Het was een klein kakkineus vrouwtje, beetje Indisch typetje, die met een hoog geaffecteerd stemmetje sprak. Haar peper en zoutkleurige haar zat in een coupe, zoals dat bij een veertienjarig kostschoolmeisje zit. Zij liep in heel kleine, Japanse pasjes. “Waarom loopt u zo?” werd haar nog door een verpleegkundige gevraagd. “Nou gewoon kind, om vooruit te komen”, diende zij veelzeggend van repliek.
Vooralsnog viel er moeilijk met haar in contact te komen. Haar bed stond naast die van Wim, met een gordijn als scheiding, voor de momenten van persoonlijke zorg door de verpleegkundigen. Maar na zich in bed te hebben genesteld, trok zij de afscheiding met Wim voor de helft dicht, waardoor mijn maatje een deel van zijn uitzicht verloor. Afwisselend werd door haar en Wim het gordijn half open en dicht getrokken. Iets wat één van de verpleegsters was opgevallen.
“Zo mevrouw Jungerius, we laten nu het gordijn gewoon open, zodat uw buurman ook kan zien wie er binnen komen”. “En op de klok kan kijken”, vulde Wim nog dankbaar aan. “Ja, maar ik ben erg op m’n privacy. Waarom moet ik hier dan ook met twee mannen op een kamer liggen?” Op dit protest werd verder niet gereageerd. Nog een paar keer probeerde het dametje van het gordijn een soort ziekenhuisschutting te maken, maar nadat zij nog eens vermanend was toegesproken, legde zij zich bij haar ongewenste situatie neer.
Wim, een geboren gastheer waarmee hij in zijn restaurant De Vestibule ooit furore maakte, deed gaande de dag opnieuw een poging om met mevrouw J. in contact te komen. Nu moest het wel lukken, want zij had mij als haar overbuurman inmiddels al eens vriendelijk toegezwaaid. “Wat heeft u een charmante dochter mevrouw”, richtte Wim zijn woorden op haar moederhart. Het werkte, want vol trots vertelde zij over haar kinderen, waarbij wij met verbazing aanhoorde dat die schoonheid al tegen de vijftig aan liep.
Verder hoefde Wim nauwelijks nog iets te vragen. Alsof ons bed in een rondvaartboot was veranderd, kregen we in een geaffecteerde woordenstroom haar levensloop gepresenteerd. Ze heeft op Nederlands Indië gewoond, waar haar vader apotheker was en zij van d’r rijke kinderjaren genoot. Tot in 1941, toen de Jappen Nederlands Indië binnenvielen en zij met haar familie in zo’n mensonterend kamp werden opgesloten. Na dit te hebben overleefd ging de gehele familie terug naar Holland.
Onze sympathie groeide voor dit pientere dametje. De volgende ochtend leken haar gelukkige Indische jaren, in haar beleving te zijn teruggekeerd Na het ontbijt belde ze de verpleging ”dat ze klaar was met haar ontbijt en er kon worden afgeruimd.”
Na haar operatie hebben we haar niet teruggezien. Uit navraag bleek ze de operatie goed te hebben doorstaan en is zij beloond met d’r verlangde eenpersoonskamer.
0313
*) Lees hiervoor: https://kroondomein.com/het-lachende-laken