culinaire vingerwijzing
De bijzonderheden over mijn katerkoppie 2.0 lopen terug. Hoewel, vanochtend na het opstaan, zocht ik mij de touwt…..(Haags, lelijk woord). Kiwi lag niet op zijn vertrouwde plek op het logeerbed. In alle hoeken en gaten was ik naar hem op zoek. Zelfs in gesloten kasten en achter de dichtgetrokken kamerdeur hoopte ik hem te vinden. “Ik zal toch niet, al slaapwandelend, hem naar buiten hebben gelaten?” Tuurlijk niet, meneer zat uit het zicht naar buiten te kijken.
Elke keer als ik zijn domein binnenstap, vliegt hij van bed, om mij te begroeten. Alleen dit keer niet. Wat had de grappenmaker hiermee voor ogen? Eenmaal te zijn betrapt kwam hij natuurlijk wel weer enthousiast op mij af. Al strijkend, richting ontbijt. Steeds als ik zijn eten heb neergezet, is hij echter meer bezig met het verstevigen van onze vriendschapsband. De kopjes kunnen niet op.
Als ik hem naar zijn etensbakje til, laat hij zijn gat onderuit glijden, zodat z’n achterpootjes eerder bij het eten zijn. Ik doe maar weer eens de truc met mijn vinger. Brokje op willekeurige vinger, voor zijn neus en smullen maar. Het juiste moment om z’n etensbakje verder onder z’n neusje te schuiven. Mooi niet. Dan maar weer een paar stukjes eten op m’n vinger. Kiwi ziet hier kennelijk een deftige manier van eten in, zoals wij gewend zijn om met mes en vork te eten.
Na hem te hebben uitgelegd, dat mijn Haagse kak niet zó ver gaat en dat hij best met z’n snuitje mag eten, kwam het verorberen langzaam op gang. Toch weer met enige stijl at hij niet alles op. Gedurende de dag nam hij af en toe een paar hapjes, om nu ook zijn kattenmelk zonder tussenkomst van mijn vinger te drinken.
Steeds als hij vanaf zijn uitvalbasis, het logeerbed, al strijkend met mij meeliep, ging hij verder op verkenning. Mijn badkamer kreeg extra aandacht, waarbij voor hem kennelijk het mysterie was opgelost, dat hij mij mijzelf nooit zag schoonlikken. De natte vloer van het douchegedeelte sprak voor hem boekdelen.
In de kamer ging één keer, zich uitrekkend, zijn pootjes richting nieuwe bank. “Neeuh,” volstond. Even later rekte hij zich opnieuw uit, nu op de deurmat van de tuindeur. Direct kreeg hij hiervoor het licht op groen. Hopelijk gaat in het vervolg ook zijn voorkeur naar deze mat uit. Dit in combinatie met zijn krabpaal op de patio, uit eigen PSU*, waarop hij zich later al krabbend nog eens uitrekte.
Kiwi raakte steeds verder thuis. Misschien een goed moment om eens een spelletje te spelen. Ik had hiervoor een pingpongballetje die ik, tik, tik, tik, voor z’n koppie liet stuiteren. Geinig, moet hij hebben gedacht, tenminste, als hij zich nu ook van mijn taalgebruik bediende. Nadat ik het balletje drie keer rond liet stuiteren, plezierde Kiwi mij om één keer de bal een tik te geven. Hier wilde hij het even bij laten. Maar ja, al met al, toch weer een optelsom van nieuwe gedragingen.
Kiwi is een geweldig lief diertje. Laat zich makkelijk en graag op z’n koppie kussen. Laat zich zonder problemen optillen en is, zoals ik het zo graag van mijn diertjes heb, prettig op mij gefocust. De dag dat hij voorgoed zijn uitvalbasis verlaat om frank en vrij zich door óns’ kroondomein te bewegen, komt steeds dichterbij.
-o-o-o-
n.b. Al schrijvend overschreed ik zijn etenstijd. Naast zijn etensbakje zat hij mij op te wachten. Snel maakte ik een blikje Gourmet Gold voor hem open. Enthousiast volgde hij mij naar ‘zijn tafel’. Na wat gesnuffel, eten ho maar. Pfff, dan toch nog maar een keertje de ‘vingertruc’, en ja hoor, smaakte heerlijk, maar geen reden om zelf verder te eten. Trok zich zelfs een beetje terug, totdat ik weer een ‘kluitje’ eten op mijn vinger legde. Opnieuw heerlijk gesmikkel. Tuurlijk, het is vreselijk leuk om het diertje zo eten te geven, hem uit je hand te laten likken, maar tegelijk niet normaal. Dus na vier, of waren het vijf(?), ronden stopte ik deze extra eet-service. Meneer leek gepikeerd, want hij trok zich naar ‘zijn kamer’ terug. Hij zal wel op zijn schreden terug keren.
0120