Bonbonbloc
Het kan erop lijken, dat ik altijd de politie in de zeik wil nemen. Wat écht niet zo is. Zó belangrijk zijn zij nu ook weer niet. Maar het is wel zo, dat ik door de vele autokilometers per jaar bovengemiddeld met die bromsnorren te maken heb. Met de regelmaat als van een overzeese verloofde krijg ik post van hen. Nou ja niet rechtstreeks, want hun brieven moeten altijd op spelfouten worden nagekeken door het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden. Over het algemeen vragen zij zo’n 65 Eurootjes te doneren voor een fotootje die zij van mij, tijdens het uitoefenen van mijn werk, hebben geschoten.
Meestal is het te hufterig voor woorden, maar omdat ik mijn tijd wél efficiënt wil gebruiken, maak ik er nooit woorden aan vuil en spek ik het camerawerk van die luie dienders. Terwijl ik hen er eigenlijk op aan zou moeten spreken, dat er in Nederland door de Politie veel grotere problemen zijn op te lossen. Of is het boeven vangen te gevaarlijk voor ze geworden?!
Maar goed, de laatste keer dat ik van de Leeuwardense correctoren opnieuw werd verzocht om 45 Euro te doneren, sprong ik toch wel behoorlijk uit mijn vel. Want het was nu een Bromsnor uit Laren die s’ avonds om 23.15 uur constateerde dat ik op de grote weg maar liefst 15 kilometer te hard reed, waarvoor hij dan wel graag 45 Euro wenste te ontvangen. Zelfs de bekende kip was niet op de weg…, maar dan toch, ja zeker vijfenveertig Euro. Wat mij dan driftig heeft gemaakt, is dat het diezelfde Bromsnor kan zijn, die vrijdag 9 juli jongstleden, rond 14:00 uur compleet te beroerd was om écht zijn werk te doen.
Ik verklaar mij nader: Op die dag had ik een lunchafspraak bij De Prinsemarij in Laren, waar ik pal voor de deur mijn auto kon parkeren. Een gelukkig toeval, want nog geen vijftig meter verder werd de Larense Markt gehouden. Toen ik na de lunch terugkwam bij mijn auto, kwam er een jong stel op mijn af. “Meneer, uw wagen is net door een oudere vrouw met haar auto aangereden. Wij zagen het gebeuren, bij het inparkeren raakte zij uw auto, waarvan zij schrok en gelijk weer wegreed. Dit vonden wij zo onsportief van die kakmadam, dat wij een politieagent ervoor hebben aangehouden. Hij heeft het kenteken van de daadster opgeschreven en zei dat het wel goed zou komen,” De jongelui gaven mij nog eens een hand en groetten mij fier, in de wetenschap dat ze het recht lieten zegevieren.
Bij mijn vertrek uit Laren reed ik in de omgeving van de markt, nog een rondje, in de hoop de politieagent nog aan te treffen. Hij moet hier nog in de directe omgeving zijn, was mij immers verzekerd. Het was echter regenachtig weer, mijn volgende afspraak riep, dus vertrouwde ik op de integriteit van de Politie. Uiteindelijk vertrouwde ook dat aardige stel volledig op de politie, dan heb ik toch ook geen enkele reden dit niet te doen. Bromsnor zou mij wel bellen, over de gedane aangifte. Uiteindelijk kon hij niet weten dat ik de aangevers zelf nog had gesproken. Alvorens ik de schade bij mijn verzekeringsmaatschappij meldde, wachtte ik het politierapport af. Natuurlijk is het waar, dat ik door de in het oog springende schade, steeds aan het doorrijden na een aanrijding werd herinnerd, maar ondernam ik toch geen verdere actie.
Nog steeds in het vertrouwen dat de aangifte, doorrijden na een ongeval, door de Larense Politie serieus zou worden genomen. Mooi fout! Want Bromsnor heeft er nooit werk van gemaakt. Het zal wel te veel gedoe voor hem zijn geweest. Of was hij gewoon te lui?! Misschien heeft die oude, Larense Kakmadam hem wel met een tablet chocolade weten te paaien. Een BonBonbBoc, als het ware. Heel zeker is het, dat ik met de schade ben blijven zitten. Als vanzelf fantaseer ik, bij het ontvangen van een gecorrigeerde boetebrief, dat deze komt van dezelfde hufter, die te lui was om in actie te komen, bij het doorrijden na een aanrijding.
Het oude, rijke, Larens kakmadammetje kwam er met een BonBonbBoc mooi van af. De slogan van Goed dat er politie is, is wel héél erg verbleekt.
0405