Wapenembargo
Click op de foto op het beschreven kanon
In de periode dat mijn ouders een hotel aan de boulevard van Scheveningen runden, hadden zij ooit een verknipte Duitser te gast, die idolaat was van al het wapentuig. Tijdens het allereerste borreluurtje van het nieuwe Busgesellschaft kwam hij al met de vraag, of mijn vader in het bezit was van wapens uit de tweede wereldoorlog.
Zonder daarbij een deal te willen sluiten over het terugkrijgen van zijn fiets, ging mijn vader daar wat pesterig op in. “Veel van de wapens die destijds, door jullie overhaaste vertrek zijn blijven liggen, heb ik inmiddels verkocht. Waaraan ik een mooie auto heb overgehouden. Ik heb alléén nog een afweergeschut in de kelder staan, die….”
De Duitse Pistolen Paultje onderbrak mijn vader gretig met het verzoek er even naar te mogen kijken. Pa wees dit echter van de hand, omdat er rondom dit geschut nog veel troep stond, wat eerst moest worden weggehaald. Zonder het aandringen van das Schwein af te wachten, ging mijn vader met de andere Duitse gasten gezellig in gesprek.
Na nog maar net zijn eitje te hebben getikt, stond de foute Duitser ‘s-ochtends al weer voor m’n vaders neus, om een bod uit te brengen op het Duitse afweergeschut. En nee, vervoer naar zijn Heimat zou geen enkel probleem vormen, want daarover wist hij wel een deal te sluiten met het Duitse touringcarbedrijf. “Met een trekhaak achter de bus aan?”, toetste m’n vader met plezier de mogelijkheden. “Vieleicht..”, hield Heinrich die mogelijkheid open.
“Maar ja, het is wel zo’n groot afweergeschut, waar je breeduit op moet zitten, om de Engelsen naar de beneden te kunnen halen”, geilde mijn vader kleine Adolf verder op. “Bitte, bitte, wann darf Ich gucken?”, vroeg hij met overslaande stem.
Opnieuw werd hem gevraagd geduld te betrachten. Eerst moet het geschut worden afgestoft, wat roestplekjes verwijderd en de loop met pompstok worden ingeolied, zodat ie weer pppfffbbwwoeemmn gebruiksklaar zou zijn.
Omwille van zijn auditieve ondersteuning nam mijn vader, demonstratief met twee vuisten vooruit, een operationele hurkzit aan. Bij de Mof liep z’n bezetenheid zienderogen verder op. Dagelijks bleef hij doorzeuren naar das Deutsche Waffe, waarbij de smoezen hem er van weg te houden, steeds onwaarschijnlijker werden. Tenminste, niet voor hem…
Inmiddels had mijn vader van zijn directe omgeving bijval gekregen, waarmee Heinrich nog meer werd opgefokt. Na een vakantie lang te hebben gezeverd, verdween der Herr Obersturmfurer toch weer uit ons leven. Natuurlijk niet nadat hem plechtig was beloofd, dat het afweergeschut volledig bedrijfsklaar, binnenkort op zijn adres zou worden afgeleverd.
Ja, zoiets mag gelogen worden.
0405