Kees, Joop, Wim en rooie Hans
Terwijl de brandende zon zijn kalende hoofd verhitte, baande hij zich een weg over het overvolle strand van Scheveningen. Het was sinds vele, vele jaren dat hij vertoefde op deze immens grote zandbak van de Nederlandse kust, waar in de zomermaanden vooral het Duits de voertaal is. Vroeger, als kind was hij er dol op, de hele dag op het strand bivakkeren. De hele schoolvakantie lang was hij met zijn vriendjes te vinden op het heerlijke strand met die onstuimige zee. Vele kilo’s zand en zout zijn er van zijn kinderlichaampje gespoeld.
Ruim veertig jaar later, verafschuwt hij deze steeds vuiler wordende zandvlakte met zijn dreigende zee. Het eerste uur van hernieuwde kennismaking met deze macro-zandbak was nog wel prettig. Onwillekeurig gingen zijn gedachten uit naar de tijd dat hij nog het kinderzwembroekje droeg. Wat hadden zij toen toch fantastische zandkastelen , forten en valkuilen gebouwd. Uren en uren was hij hiermee zoet, samen met zijn vriendjes Kees, Joop, Wim en rooie Hans.
Met een schepje van 45 cent waren zij de “zandbouwwerkspecialisten” van Scheveningen. En nu…, nee geen zandkastelen meer. Nu ziet hij alleen nog maar wat kinderen met een op batterij lopende graafmachine een kuiltje graven, van pakweg 10 centimeter diep. De enige inspiratie tot dit “lekker bezig zijn” krijgen zij door hun uitverkoren muziek, die zij verpakt in hun walkman meenamen naar het strand van Scheveningen.Opeens viel zijn blik op een berg zand dat, met enige verbeelding aardig op een zandkasteel leek. Zou er dan toch??? Wel nee..., het is een veertiger, die voor zoonlief druk aan het bouwen is.
De pakweg negenjarige kijkt verveelt naar de verrichtingen van zijn vader, terwijl z’n mond niet los komt van het blikje Coke. Ach, die Pa bouwt natuurlijk voor zijn eigen plezier, met een soort nostalgie. Terug denkende aan zijn tijd met zijn Kees, Joop, Wim en rooie Hans. Zijn tijden van weleer. Snel, heel snel moet hij deze zandbak van lusteloosheid verlaten. Terug naar zijn eigen tuintje waar altijd wel wat te spitten valt. Bij het verlaten van het strand passeert hij de vele jaren oude waterpomp, waaraan hij ontelbare malen zijn kindermondje heeft gezet, terwijl zijn vriendjes met vereende krachten de koperen knop omlaag drukten, waarbij het begeerde koude water rijkelijk stroomde. Het was een heerlijke verfrissing waarvoor je niets behoefte te betalen.
Nu, ruim veertig jaar later dus, is het angstig stil rond deze waterpomp. Geen kind die hier nog zijn dorst lest. Maar, nog geen dertig meter verder is wél die kindermassa te vinden. Niet bij de pomp, wel bij de kraam, waar voor twee knaken het kinderdrankje-van-vandaag wordt gekocht. Cola’s en Sportdrinks verdrongen de heerlijke verfrissing-met-de-koperen-knop. Terug in zijn tuintje staat hij te spitten of het een lieve lust is. Voor even heeft hij de tijd weer terug gezet.
Nu echter zonder Kees, Joop, Wim en rooie Hans.
0899