Buurtdictator
Hoewel mijn buurman er alles aan doet, om van mij een racist te maken, ben ik gelukkig nog steeds pienter genoeg te begrijpen dat hij in mijn optiek een rotte appel in de Surinaamse appelmand is.
Had ik tuinders kwaliteiten zou ik mogelijkerwijs enig begrip voor dát type appel op kunnen brengen. Dat wil sowieso niet lukken, want van deze appel, beslist niet met Apple te verwarren, móet je domweg zijn autoritair gedrag maar slikken. Die appel bepaalt zelf waar en wanneer hij iets doet, al is het overlast en/of pal voor jouw voortuin. Appeltje wil ook graag continue worden opgepoetst. In grote mensen taal verlangt hij van zijn omgeving keer op keer te horen hoe goed hij wel is.
Tja en ik behoor nou eenmaal niet binnen zijn invloedssfeer. Jegens mij heeft hij zich netjes en fatsoenlijk te gedragen. En dat doet hij niet. Wat dat betreft kan die rotte appel mij dan ook gestolen worden. Was dat maar waar. In de laatste levensjaren van mijn Truus hebben we zelfs een schutting moeten zetten, om alleen al van zijn gluren af te zijn. Geen probleem, gewoon gedaan zonder dat hij ‘zijn’ appeltje voor de dorst moest aanspreken. Maar al te graag houd ik iemand die, hulp weigert omwille van zijn persoonlijkheidsstoornis, volledig buiten mijn gezichtsveld.
Het meest nare moment van deze rotte appel openbaarde zich, op het moment dat mijn Truus net was overleden en zij in onze prachtige patio lag opgebaard. Nadat appeltje mijn zus had gecondoleerd, kroop hij tegen de pui van zijn huis aan en begon het hout elektrisch te schuren. Oneerbiedig?!, In zijn ogen niet, want als een dictator doet hij immers alles waar en wanneer hij dat wil. Kon hij tegelijk het intense verdriet van zijn buren begluren. Als een mokerslag kwam dit bij mij binnen. Bij juist onze generatie was het heel normaal om geen radio aan te zetten en je gordijnen te sluiten, als er iemand in jouw straat was overleden. Deze rotte appel ging juist herrie trappen; hoe respectloos. Waarom heb ik appeltje toen niet tot moes geslagen?! Nooit en te nimmer zal ik nog maar iets van deze rotte appel dulden.
Ondanks zijn,“ik doe wat en waar ik wil*,” is hem inmiddels gelukkig door de Gemeente verboden op onze parkeerplaatsen auto’s te repareren. Overigens leverde dit bij hem geen herbezinning op, waardoor hij socialer met zijn omgeving zou omgaan. “Ik doe wat en waar ik wil,” bleef gehandhaafd, waar appeltje dit keer heel ver in ging. Kennelijk om er een arbeidsshow van te maken, “Ohhh, wat doe jij dat toch weer goed!,” was hij midden op straat aan iets aan het sleutelen, wat ook nog eens geel gespoten moest worden.
Toen ik ’s avonds thuis kwam, mijn fiets in de schuur zette, stond hij pal voor mijn (voor)tuin gele verf te spuiten. Op natuurlijk niet al te vriendelijke toon (wat wil je?!), verzocht ik hem “met die troep voor zijn eigen deur te gaan staan.” Appeltje voelde zich duidelijk in zijn autoriteit aangetast en begon scheldend met de verfbus mijn richting in te spuiten. Zo erg zelfs dat een handgemeen, omwille van mijn verdediging, niet uit kon blijven. Iets wat mij zeker de laatste vijftig jaar niet is overkomen.
Toen kwam natuurlijk zijn narcistische schuurcessie weer bij mij boven, wat ik hem voor het eerst voor de voeten gooide, iets waarbij de rotte appel leek te verschrompelen. Bij mijn weglopen kotste hij al spuitend er een aantal kanker’s uit, die zelfs een Hagenees niet in één volzin weet te krijgen. Ondersteund met obscene gebaren ‘van zelfbevrediging.’ Zó grof en zó onbeschoft. Natuurlijk, ik was woest en trapte per ongeluk, of misschien wel uit vergelding, zijn stellage om, waarop het gespoten spul moest drogen.
Grof vloekend met luchtmasturbatie, een variant op luchtgitaar, liet ik hem achter. Dat ik geen aangifte heb gedaan, dankt appeltje aan zijn zoon, die hij als versterking had opgetrommeld. “Of ik ‘m in het vervolg maar met rust wilde laten,” was het dringende verzoek wat mee was gegeven. Ik wil niets liever, maar geef mij niet aan een dictator over.
* n.b.: zie ook:
https://kroondomein.com/eigen-baas/
0615