In naam van Kiwi doe open die poort
In naam van Kiwi ‘doe open die poort’.
Dag 40
Gisteravond waren Kiwi en ik weer aan het ‘bloemkolen*.’ En het werkt. Dat komt omdat ik mij wat meer in zijn eetgewoonte ben gaan verdiepen. Kiwi komt van goeden huize, waardoor hij het beste van het beste wenst te eten. Met de overgebleven Appie-zakjes, waar Kiwi zijn neusje voor optrok, heb ik iemand een plezier kunnen doen. Want, Kiwi’s motto is: “Wat Almo Nature is moet Almo Nature blijven.” Uiteraard naast zijn brokjes van Wild Freedom.
Wel vond ik de twee Almo smaken (tonijn met jonge sardientjes en Pacifische tonijn) té eenzijdig. Na wat te shoppen kwamen er 8 verschillende proef-blikjes bij. (zalm, kip en makreel) Dit keer stond er ‘kippenboutvlees’ op het menu. En dat werd dus bloemkolen. Na enthousiast naar ‘zijn tafel’ te zijn mee gehold, kwam hij niet verder dan een snuffel. “Kom op Kiwi, geef het een kans,” waarna ik een beetje aan zijn neusje smeerde. Na het schoonlikken nam hij ook even mijn vingers mee. Daarna werd een beetje kip in m’n handpalm smakelijk schoongelikt, wat ik natuurlijk herhaalde. Uiteindelijk ging hij, naar verwachting, zelfstandig er van eten. Maar, het werd niet echt smullen geblazen, dus bekeek ik vanochtend of deze kippenboutvlees op het menu terugkomt.
Zijn bakje was schoon leeg, dus krijgt die maaltijd een herkansing.
Kiwi heeft inmiddels mijn volste vertrouwen, blijft met z’n nageltjes van het bankstel af, wat inhoudt dat hij ’s nachts in de kamer mag blijven slapen. Hij vertikt het nog steeds om bij mij in de slaapkamer te komen, mijdt het zelfs als de pest. Zelfs als ik hem op bed heb gezet roetsjt hij er onmiddellijk weer van af. In de woonkamer ligt hij dan als een vorst in mijn elektrische fauteuil. Een stoel die ik na een medicinale kontverbouwing heb aangeschaft.
Die luxe gun ik mijn maatje van harte, alleen niet op het moment dat ik er zelf in wil zitten. Hier kwam bonje van, zat er zelfs één blaasje in, plús een pootgemeen, waarbij hij gelukkig nauwelijks zijn nageltjes heeft gebruikt. Verbouwereerd vloog hij, heftig staart pratend, van de stoel. Neemt niet weg dat ik hem toen gelijk weer mocht aanhalen.
Het gebruik van zijn nageltjes is eventjes een issue geweest. Vooral als hij zich om liet rollen, waren zijn pootjes niet nagelvrij én fanatiek op mijn handen gemunt. Met lichte stemverheffing sprak ik hem dan vermanend toe. Nog eens en nog eens, tot dat een Neejj! volstond. Neejj!, werd het ook als hij op het aanrecht wilde springen. Kortom, Neejj! is in het vervolg hét succesvolle correctie commando.
Graag komt hij, als ik mijn stoel heb opgeëist, op mijn schoot zitten. Nou ja, liggen. Het begint met, wat ik noem, de trappelzakboogie. Na dan zijn (lig) positie te hebben ingenomen, trekt de slimme kater geheid met zijn pootje mijn arm zodanig in een positie, dat hij er met z’n koppie op kan liggen. En, met beide pootjes gestrekt.
Kiwi woont nu bijna (maandag) 6 weken bij me, heb ik hem inmiddels als een kater van het topsegment geclassificeerd, wat zo langzamerhand wel mag worden beloond met verdere verkenning van ons kroondomein. ‘De tuindeur moet open’. Afgelopen woensdag t/m vrijdag was het prachtig weer, waardoor ik er bijna toe was verleid. Alleen is de voorspelling van het weekend heel beroerd. Net nu hij z’n snuitje buiten de deur heeft kunnen steken, zullen de poorten weer dicht moeten blijven. Dat valt niet uit te leggen.
Aankomende week is er weliswaar regelmatig regen, maar wel stabiel weer. Ik denk dat dan zijn (vooral) stille wens in vervulling zal gaan.
-o-o-o-
* In het verslag van dag 29 wordt ons werkwoord ‘bloemkolen’ verklaard.
Dit verhaal is een onderdeel van Kiwi-verslagen, te lezen onder:
de-eerste-dagen-van-mijn-katerkoppie-2-0
0220